Noord

Nieuwe tariefstructuur loodsgeld

Loodswezen NL - 12 sep 2013

Per 1 januari 2014 krijgt Nederland een nieuwe uniforme tariefstructuur voor het loodsgeld. Na twee jaar intensief overleg hebben de Nederlandse reders, de cargadoors en de zeehavenbeheerders hierover in het voorjaar van 2012 een unaniem advies uitgebracht. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft deze voorstellen overgenomen en past momenteel de wet aan.

Aanleiding
De nieuwe tariefstructuur is een jarenlange wens van de havenautoriteiten, reders, het Loodswezen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De huidige structuur stamt uit 1859 en zorgde ervoor dat er in iedere haven een ander tarief werd gehanteerd. Ook was er sprake van kruisfinanciering tussen grote en kleine schepen en tussen grote en kleine havens. In de nieuwe structuur betaalt een schip met dezelfde diepgang voor een loodsreis met dezelfde gemiddelde tijd in alle Nederlandse zeehavens hetzelfde tarief.

Van diepgang en afstand naar diepgang en gemiddelde loodstijd
De huidige structuur is gebaseerd op de actuele diepgang van het schip en de af te leggen afstand in zeemijlen.

Het huidig loodsgeldtarief bestaat uit Z-tarief (Zee) en een B-tarief (Binnenwater). In ieder zeehavengebied zijn de trajecten op zee en ‘binnen’ (op de rivier) echter onvergelijkbaar. Zo komt de loods voor Nederlandse Scheldehavens 23 tot 32 mijl buitengaats aan boord vanaf Vlissingen rede. In Rotterdam-Rijnmond (Hoek van Holland) is dat 9 mijl buitengaats.

In de nieuwe structuur zijn de tariefgebieden geclusterd (in kolommen) die een gelijke gemiddelde tijd hebben
dat de loods aan boord van het schip is. Een eerlijke prijs dus voor het werk dat de loods verricht. De actuele diepgang blijft, op verzoek van de rederijen, overeind in de nieuwe tariefberekening. Immers, volbeladen schepen vertegenwoordigen veelal een grotere waarde en kunnen een hoger tarief dragen dan lege schepen.